Op 4 juli 2019 is minister Slob door de griffier van de vaste Tweede Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gemaand de brief van het Kenniscentrum voor Makkelijk Lerenden (KML) te beantwoorden. In haar brief van 22 mei j.l. heeft KML de minister gevraagd om:

(1) meer financiële middelen vrij te maken om verder invulling te geven aan een wetenschappelijk kennisnetwerk voor (zeer) makkelijk lerenden of hoogbegaafden; en

(2) ervoor zorg te dragen dat de financiële middelen die zíjn vrijgemaakt voor zeer makkelijk lerenden worden besteed aan kansrijke doelen en zinvolle projecten voor deze groep.

Daarnaast heeft KML op 11 juli 2019 een beroep gedaan op minister-president Rutte. In een brief is zijn aandacht gevraagd voor de moeilijke situatie waarin zeer makkelijk lerenden, hun ouders en hun leerkrachten zich bevinden. Voor al deze partijen, maar ook voor de Nederlandse samenleving, is het van groot belang dat het onderwijs voor (zeer) makkelijk lerenden wordt aangepast.

Voor de Nederlandse samenleving is het belangrijk, want:

goed onderwijs voorkomt veel onnodige onderwijsproblemen en een uiteindelijk beroep op jeugdzorg en / of algemene en psychische gezondheidszorg.

Goed onderwijs bespaart hierdoor niet alleen veel financiële en maatschappelijke kosten, maar levert ook veel op. Door goed onderwijs zijn zeer makkelijk lerenden of hoogbegaafden namelijk in staat zich op een positieve manier te ontwikkelen en zich in te zetten voor de Nederlandse samenleving.

Wij zien uit naar het antwoord van minister Slob en minister-president Rutte. Zeer makkelijk lerenden, hun ouders en hun leerkrachten verwachten een passende actie van de politici en de volksvertegenwoordigers.